Van ‘twilight zone’ tot bron van verbinding
De BoelelaanGratis koffie, sportlessen in het groen, een interactieve digitale kaart en inloopspreekuren… Als het om participatie gaat, zijn er talloze creatieve mogelijkheden. Participatie zou volgens boosters Khadija, Erik en Jil dan ook veel verder moeten gaan dan alleen de bekende bewonersavonden. Zelf brengen zij dit in de praktijk bij een participatietraject rondom de Amsterdamse De Boelelaan Midden. “Soms zijn onze participatiemiddelen best een beetje ‘funky’.”
Met aan de ene kant de Zuidas-Zuid en aan de andere kant de Gelderlandpleinbuurt in Buitenveldert, vormt de De Boelelaan in Amsterdam een duidelijke scheidslijn tussen de twee buurten. Buurten die niet alleen verschillen qua vorm en functie, maar ook qua bewoners en sfeer. “Buitenveldert is een jaren-60-wijk met veel appartementencomplexen van veelal vier of vijf woonlagen”, vertelt Erik van der Veer, consultant bij Dutch Boosting Group. “De Zuidas is met zijn glimmende kantoortorens in de afgelopen 20 jaar als het ware tegen die wijk aangebouwd. De twee gebieden ademen elk hun eigen sfeer. De De Boelelaan ligt daar als een soort ‘twilight zone’ tussenin.”
Sociale cohesie creëren
Toen het nodig was om groot onderhoud aan het wegdek van de De Boelelaan te plegen, was dat voor gemeente Amsterdam aanleiding voor een herinrichting van het hele gebied rondom deze weg. Zo moesten naast de rijbaan ook de groenstrook naast de weg en de ventweg opnieuw ingericht worden. En er was nóg een vraag die de gemeente stelde: hoe kan deze herinrichting bijdragen aan verbinding tussen de twee gebieden? Fysiek, maar ook als het gaat om sociale cohesie. Dutch Boosting Group werd gevraagd om mee te denken en het project succesvol te realiseren.
“Begin 2025 zijn we benaderd voor dit project”, vertelt Khadija Zekhnini, consultant bij Dutch Boosting Group. “Ik was er vanaf het begin bij betrokken en heb het participatieplan geschreven. Daarbij geven we antwoord op vragen als: hoeveel ruimte is er voor participatie? Wat zijn de randvoorwaarden? Daarbij hebben we onderscheid gemaakt tussen de rijbaan, de groenstrook en de ventweg. Bij de rijbaan was er vanwege een krappe deadline weinig speelruimte voor inbreng. Voor de groenstrook is er wél veel ruimte om te participeren. Voor dit plan, dat ik samen met Erik schreef, heb ik gebruik gemaakt van de Relevant Gesprek®-methodiek. Dat is een methodiek om op een gestructureerde manier te denken over en werken aan participatie (zie kader). Dit was fijn, omdat we te maken hadden met de drie delen (rijbaan, ventweg en groenstrook), waartussen dus verschillen bestonden in de ruimte die er was voor participatie. Door met de Relevant Gesprek®-methodiek te werken, zorgden we voor een duidelijke structuur in het participatieplan. Het plan vormde de basis voor de concrete invulling van het participatietraject.”


Wat is het Relevant Gesprek®?
Het Relevant Gesprek® is een krachtige methodiek om participatie gestructureerd en effectief aan te pakken. De methodiek gaat ervan uit dat de invulling en dynamiek van elk participatieproces verschillend zijn, maar dat elke participatieopgave wel een vergelijkbare structuur volgt, met specifieke stappen, valkuilen en succesfactoren. Deze onderliggende stappen zijn vastgelegd binnen de Relevant Gesprek®-methodiek. Werken met deze blauwdruk helpt om het proces effectief te plannen, organiseren en evalueren. Het zorgt bovendien voor een duidelijke rolverdeling en biedt grip op het hele project.


Mix aan participatiemiddelen
Khadija en Erik droegen het participatieplan over aan collega-booster Jil Hötte, die concreet vorm geeft aan het plan. Naast Jil is Erik nog steeds betrokken (als omgevingsmanager) en is Gerard Boks vanuit Dutch Boosting Group inmiddels betrokken als projectleider. “Deze opdracht vond ik vanaf het begin heel interessant”, vertelt Jil. “Bij de opdracht ‘creëer verbinding tussen de wijken’ wist ik meteen: dat doe je niet door alleen een nieuwe weg neer te leggen. Als je deze doelstelling wilt bereiken, dan moet je sámen met mensen die daar wonen en werken bekijken hoe je dat kunt doen. Bovendien hebben we te maken met diverse doelgroepen, die heel verschillend zijn. Gezinnen met kinderen, jongeren, ouderen, mensen die het gebied bezoeken om te werken… De participatiemiddelen die we inzetten moeten op al die doelgroepen aansluiten en iedereen moet zich gehoord kunnen voelen. Dat lukt alleen als je aansluit op de manier waarop mensen hun mening willen geven. Voor ouderen is dat misschien persoonlijk; zij willen je fysiek ontmoeten. Voor jongeren en mensen die de hele dag werken, werkt online juist beter. Daarom hebben we verschillende pakketten samengesteld, waarin we een mix aan participatiemiddelen bieden.”
“Bij de opdracht ‘creëer verbinding tussen de wijken’ wist ik meteen: dat doe je niet door alleen een nieuwe weg neer te leggen. ”
“Die participatiepakketten zetten we vier keer in”, vervolgt Jil. “Steeds voor een maand. In de eerste fase, waar we nu in zitten, toetsen we vooral de informatie die eerder is opgehaald. Voor de groenstrook betekent dat bijvoorbeeld dat we checken: hebben we met deze functies al jullie ideeën en doelstellingen compleet? Klopt het dat jullie ruimte willen zien voor sporten, spelen, je hond uitlaten en meer groen, bijvoorbeeld? In de tweede fase gaan we meer samen ontwerpen. In die fase is het van belang dat we, vooral voor de groenstrook, andere vragen gaan stellen. Niet: sluit dit aan bij je behoefte? Maar: hoe zouden we dit samen kunnen vormgeven?” “Op een gegeven moment kom je op een punt dat de functies op hoofdlijnen zijn ingedeeld”, haakt Erik hierop in. “Dat zal vermoedelijk in fase 3 zo zijn. Je kunt het dan niet meer op zijn kop zetten, maar mensen nog wel laten meedenken over details. In fase 4 valideren we wat we ontworpen hebben.”




Geen ivoren toren
“Op dit moment maken we gebruik van een online participatieplatform, inloopspreekuren, pop-upmomenten en bewonersavonden”, zegt Jil. “De inloopspreekuren zijn momenten waarop mensen spontaan bij ons binnen kunnen lopen om hun vragen te stellen of hun mening te geven. De ene keer organiseren we dat in Buitenveldert, de andere keer op de Zuidas. We hebben in beide wijken een ruimte waar we gebruik van maken, of we huren een zaaltje in het lokale buurthuis. We zorgen ervoor dat we niet in onze ivoren toren zitten en komen in beide wijken ongeveer evenveel.”
In het online participatieplatform kan iedereen (na inloggen) op een interactieve kaart zien wat de plannen zijn en hier zijn of haar mening over geven via een ‘like’ of een reactie. “Als mensen vragen of opmerkingen hebben, reageren wij ”, vervolgt Jil. “En ideeën bespreken we met het ontwerpteam en/of andere stakeholders.” “Het online participatieplatform is beschikbaar via een QR-code die we op een opvallend geel vraagteken van de Zuidas bij de De Boelelaan geplaatst hebben”, vult Erik aan. “Zelfs toevallige voorbijgangers kunnen hier dus hun mening geven. Maar ook mensen die iedere dag de De Boelelaan oversteken omdat ze bijvoorbeeld in Buitenveldert wonen en gebruikmaken van Station Zuid. We zien dat er veelvuldig en netjes gebruik wordt gemaakt van het onlinesysteem. Daarnaast krijgen we veel reacties via social media en e-mail, dat is ook onderdeel van online participeren. Dat gaat goed, mensen nemen het echt serieus.”
Gratis koffie
“De pop-upmomenten zijn ook bijzonder waardevol. Dan huren we een koffiekraam in en gaan we gratis koffie uitdelen op straat”, vertelt Jil. “Daardoor raken we met mensen aan de praat, die we vervolgens bevragen over hun ideeën over de buurt. Wat daarbij opvalt, is dat je hiermee echt andere mensen bereikt dan via de standaard bewonersavonden. Jongeren en schoolgaande jeugd bijvoorbeeld. Dat is fijn, want juist zíj maken ook veel gebruik van de openbare ruimte. De belanghebbenden zijn enorm divers en daar spelen we op in.”
“Die mix van middelen werkt daarom ook heel goed”, vervolgt Jil. “In een volgende fase gaan we misschien ‘placemaking’ nog inzetten: dat is een methode waarbij we in de praktijk testen hoe bepaalde activiteiten in de groenstrook bijdragen aan de sociale cohesie. Want bij die activiteiten in het groen, dáár moet de ontmoeting plaatsvinden. Zo zouden we bijvoorbeeld sportlessen kunnen gaan geven in dat park en bekijken: slaat het aan? Spreekt deze activiteit diverse groepen mensen aan? In plaats van plannen vasttimmeren, testen we deze liever gaandeweg. Bovendien: door dit soort momenten te plannen, ontstaat ontmoeting eigenlijk al tijdens het participatietraject.”

Aanjager in duurzaamheid
“Wat leuk is binnen dit project, is dat we met meerdere rollen binnen het IPM-team (Integraal Project Management) vertegenwoordigd zijn vanuit Dutch Boosting Group”, vertelt Erik. “Daardoor kunnen we vanuit meerdere invalshoeken kijken. Niet alleen vanuit de techniek of alleen vanuit omgevingsmanagement, maar juist naar het geheel. Dat is ook waar we met Dutch Boosting Group als systeemdenkers goed in zijn. Onze awareness en kennis op het gebied van duurzaamheid vormen een voorbeeld van onze holistische blik. Zo hebben we een duurzaamheidssessie gedaan en hebben we een recent ontwikkelde duurzaamheids-quick scan uitgevoerd binnen dit project. Samen met diverse betrokkenen van de gemeente zelf. Bij gemeente Amsterdam waren ze hier heel enthousiast over! De samenwerking verloopt dan ook goed. We zijn er trots op dat we hierin een aanjager zijn!”

Als systeemdenkers kijken we niet alleen vanuit de techniek of alleen vanuit omgevingsmanagement, maar juist naar het geheel.
“Daarnaast zit ons onderscheidend vermogen in het feit dat we er écht voor gaan”, zegt Jil. “We komen met creatieve, soms zelfs ‘funky’ ideeën voor participatie. We brengen een bepaald soort durf in. Gemeente Amsterdam juicht deze innovatieve manier van participatie toe. Dat was binnen dit project ook wel nodig. Want als je gaat kijken wat de doelstelling is, dan weet je dat je die sociale cohesie niet gaat bereiken met twee participatieavonden. Daar is echt meer voor nodig. Dat kost tijd en geld, maar daarbij houden we voortdurend het doel voor ogen. En dat past weer helemaal bij systeemdenken, dat steeds terug redeneren en denken vanuit het doel.”
Spontaan door de wijk lopen
“Wat we daarnaast anders doen dan sommige collega-bureaus, is dat we regelmatig spontaan door de wijk lopen”, vult Khadija aan. Jil: “Dan gaan we even eten halen op de markt, zien hoe de dynamiek is. We spreken lang niet altijd iemand, maar we zíén wel veel van hoe het gaat op straat. We maken er gebruik van dat we in het gebied aanwezig zijn dat we gaan ontwikkelen. Voor de catering van pop-upmomenten en bewonersavonden vragen we lokale mensen, bijvoorbeeld van de Zuidasmarkt. Aan de kraam maken we dan de laatste afspraken over de koffie.”
“We zitten nu in de eerste fase van het participatietraject, en er volgen dus nog drie fases”, zegt Jil. “En daar zijn we blij mee, dit is een mooi project!” “We maken regelmatig leuke momenten mee”, haakt Erik daarop in. “Zoals die duurzaamheidsmeeting die we net noemden, die meteen de topper van de week werd bij Zuidas actueel! Of die keer dat we bij één van onze pop-upmomenten het grapje maakten dat die gratis koffie nieuw beleid was van de gemeente. De ongelovige blik van die mensen… dan is het ijs meteen gebroken!”
